Nederlandse synoniemen voor tweetongig
Ander woord voor tweetongig?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als tweetongig in het Nederlands.
tweetongig
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
tijd bestemd voor spelen
-
stuiversroman
-
sonoor
-
geproduceerd
-
aanlokker
-
legaal
-
kanalen
-
stiefvader
-
gedurig
-
behuild
-
kommer
-
leunen tegen
-
onderuit halen
-
moederkaart
-
drabben
-
ontbloten
-
zonder karakter
-
herrieschopper
-
buitenissig
-
anaal
-
politici
-
haalbaarheid
-
interim
-
gewag maken van
-
afwezig zijn