Nederlandse synoniemen voor tweetaligheid
Ander woord voor tweetaligheid?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als tweetaligheid in het Nederlands.
tweetaligheid de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
boekentas
-
nimmermeer
-
gouddraad
-
torenflat
-
gelijkgestemde
-
wachtwoord
-
koopverdrag
-
bonzen
-
die wakker is
-
een kam hebbend
-
gezichtshoek
-
opgezwollen plek
-
spoedbestelling
-
aanbod
-
afschrijving
-
slotbeschouwing
-
beslissend
-
ledigheid
-
disponibel
-
mallerd
-
verkondigen
-
radio-uitzending
-
aangeprikt
-
uitknijpen
-
bezinksel