Nederlandse synoniemen voor tweepolig
Ander woord voor tweepolig?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als tweepolig in het Nederlands.
tweepolig
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
inlegster
-
nestor
-
injectiespuitje
-
scheepvaartbeurs
-
martelares
-
schaduwbeeld
-
steendrukker
-
opvallend
-
gehakt vlees
-
aborterend
-
sensualisme
-
onbillijkheid
-
totaal vermogen
-
omhoogrennen
-
beduidend
-
wegsplitsing
-
beschuldigers
-
bierkan
-
verzwijgen
-
sprookje
-
zucht
-
griffie
-
in de maling nemen
-
voortbrengsel
-
deswege