Nederlandse synoniemen voor treuzelkous
Ander woord voor treuzelkous?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als treuzelkous in het Nederlands.
treuzelkous (treuzelaar)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
treuzelaar
de ~
hannes
de ~
sijsjeslijmer
de ~
slak
de ~
sukkel
de ~
teut
de ~
treuzel
de ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
pienter
-
karakterbepalend
-
rijgen
-
op krediet kopen
-
hartbewhartbewakingsafdeling ziekenhuis
-
ijzervreter
-
sprankelen
-
rijtijdenboek
-
samenkoppelen
-
afgelasten
-
gevlekt
-
clientèle
-
stoptrein
-
markies
-
hulp
-
schietvereniging
-
reiswekker
-
onderkin
-
vertoond
-
weerzien
-
tweesprong
-
tentdoek
-
hetze
-
laten schrikken
-
welgeteld