Nederlandse synoniemen voor transporteur
Ander woord voor transporteur?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als transporteur in het Nederlands.
transporteur de ~ (vrachtondernemer)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
expediteur
de ~
vervoerder
de ~
vrachtvervoerder
de ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
het speerwerpen
-
om de tuin leiden
-
fiscaal
-
inclusief
-
door iets genoodzaakt worden
-
boosaardig wezen
-
de bal terugkaatsen
-
tegenstelling
-
mineraalwater uit Spa
-
klunzen
-
cassettebandje
-
ietwat
-
controlepost
-
volgehouden
-
ordonnans
-
dechargeren
-
aaneensluiting
-
afhakken
-
ten val brengen
-
verwonding
-
ploert
-
ongeregeldheden
-
grondig aanpakken
-
hoofdnummer
-
hoogwaardig