Duitse synoniemen voor Tannenbaum
Ander woord voor Tannenbaum?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Tannenbaum in het Duits.
Tannenbaum der ~ (Weihnachtsbaum)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Weihnachtsbaum
der ~
Christbaum
der ~
Kiefer
die ~
Tanne
die ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Eisprung
-
D-Zug
-
Verleitung
-
vorsichtig umgehen mit
-
Hypokrisie
-
Straßenbahnlinie
-
Schimpfwörter sagen
-
Verbot
-
Schwimmschläge
-
ausquetschen
-
fett wie ein Schwein sein
-
irre reden
-
Ansichtskarte
-
Gelenkigkeit
-
heraufheben
-
Folgende
-
hinterziehen
-
Traditionen
-
Episode
-
Frisiersalon
-
unterteilen
-
Zurückfallen
-
Quartal
-
entschlußfähig
-
Freveltat