Nederlandse synoniemen voor taalschat
Ander woord voor taalschat?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als taalschat in het Nederlands.
taalschat de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
in de puree lopen
-
sneeuwmannen
-
voerman
-
wonen
-
verschoonbaar
-
het bouwen
-
tegenwaarde
-
ruïnes
-
destijds
-
sigarenwinkel
-
houtverzamelaarster
-
haperen
-
uitzonderlijk
-
heengaan
-
minzaam
-
voddenman
-
return
-
verkeersdienst
-
iemand die klaagt
-
dempers
-
zeer recht
-
bullebijter
-
kenschetsend
-
opbergdoos
-
telefoonkamertjes