Duitse synoniemen voor Sprachwissenschaftler
Ander woord voor Sprachwissenschaftler?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Sprachwissenschaftler in het Duits.
Sprachwissenschaftler der ~ (Sprachgelehrte)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Sprachgelehrte
der ~
Linguist
der ~
Sprachkenner
der ~
Sprachkundige
der ~
Sprachwissenschaftler der ~ (Linguist)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Linguist
der ~
Sprachgelehrte
der ~
Sprachkundige
der ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Hürde
-
Feuerfüchse
-
auseinanderfallen
-
gedankenvoll
-
Wortblindheit
-
so tun als ob
-
Bestürzung
-
mit Teer einschmieren
-
Empfänglichkeit
-
schlaf gut
-
Traube
-
Zitrusfrüchte
-
Abschüssigkeit
-
Schöpferkraft
-
Budget
-
Ausguck
-
Chronist
-
Kunsterzeugnis
-
Grenzkonflikt
-
Straflosigkeit
-
bewässern
-
bauen
-
Inauguration
-
ungemutlich
-
Hospital