Nederlandse synoniemen voor sporthal
Ander woord voor sporthal?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als sporthal in het Nederlands.
sporthal de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
kermislied
-
infectie
-
handelbaar
-
afwachting
-
grondbezitter
-
sterken
-
tuchteloos
-
zat
-
verdeemoedigen
-
bandbreedte
-
koplicht
-
uitkloppen
-
kaartregisters
-
georganiseerd
-
verbleken
-
hekwerk
-
valabel
-
opbergmappen
-
onderhoudsdienst
-
zwetsen
-
maximaal
-
recensie
-
schemer
-
schurkachtig
-
smet