Nederlandse synoniemen voor samenhangen
Ander woord voor samenhangen?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als samenhangen in het Nederlands.
samenhangen de ~ (zinsverbanden)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
zinsverbanden
de ~
contexten
de ~
verbanden
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met samenhangen
Recent opgevraagde synoniemen in NL
opgenomen
-
vierkanaals
-
gast
-
toondichter
-
kweker
-
gesuf
-
thuisblijver
-
sneden
-
gewoonheid
-
stuiptrekking
-
witten
-
speling
-
krijtje
-
geesteloos
-
het goed maken
-
wedstrijdzeiler
-
delver
-
bevreesd
-
handboeien
-
glasstuk
-
aaneengehecht
-
inklaren
-
kasteelheer
-
de wals dansen
-
eierdopje