Nederlandse synoniemen voor ribstuk
Ander woord voor ribstuk?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als ribstuk in het Nederlands.
ribstuk het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
klein beetje
-
omkomen
-
scherpslijper
-
fuiven
-
hoogland
-
kuisen
-
geheelonthoudersvereniging
-
bakkerstor
-
inschrijvingskosten
-
kerkvorst
-
gres
-
kastanjebomen
-
achtereenvolgend
-
plaatjesboek
-
farceren
-
bijstelling
-
moeraskoorts
-
minimaal
-
onverantwoordelijk
-
onwelwillend
-
geraas
-
huichelaar
-
bemerkbaar
-
bestraten
-
lossing