Duitse synoniemen voor Reisekrankheit
Ander woord voor Reisekrankheit?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Reisekrankheit in het Duits.
Reisekrankheit die ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Mundvorräte
-
koordinieren
-
Schraubenwinde
-
bedrohlich
-
Märchen
-
gewöhnlicherweise
-
nicht handfest
-
Vergitterung
-
Tag
-
Freigestellter
-
Mengen
-
sausen um
-
abarten
-
niederschießen
-
Anschlagsäule
-
im Ungewissen lassen
-
Speisung
-
begrenzt
-
Anfuhr
-
baustelle
-
Reservat
-
benebelt
-
zurückfahren
-
qualifiziert
-
Handschläge