Nederlandse synoniemen voor practicum
Ander woord voor practicum?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als practicum in het Nederlands.
practicum het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met practicum
Recent opgevraagde synoniemen in NL
uitloting
-
koffie-extract
-
gevat
-
kanoën
-
krakeel
-
beruchte
-
hoerenbuurt
-
afknallen
-
rif
-
vakgenootschap
-
feeëriek
-
schenking
-
betrekking
-
waarzeggerij
-
speelplaatsen
-
directe oorzaak
-
instituten
-
voorsteller
-
ontheffing
-
abrupt
-
huisbewaarder
-
iemand die stage loopt
-
visitekaartje
-
loontrekkend
-
omlaaggaan