Nederlandse synoniemen voor pas
Ander woord voor pas?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als pas in het Nederlands.
pas de ~ (onlangs)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met pas
pastorie
-
passanten
-
passagier
-
pasgeboren dieren
-
nog maar pas
-
babyoppas
-
gyrokompas
-
pasgeboren
-
passe-partout
-
poespas
-
pashokje
-
pasfoto
-
pastoraat
-
pastorale
-
passeren
-
waterpas
-
pastor
-
stadspas
-
passiezondag
-
oppas
-
pastiche
-
passaten
-
pasteltint
-
passief
-
bankpas
Recent opgevraagde synoniemen in NL
ontslagaanvraag
-
gedistingeerd
-
gegadigde
-
continue
-
kastenmakers
-
verkeerd lopen
-
snelkookpan
-
vies maken
-
afpersen
-
elk
-
kostelijk
-
influenza
-
slotstuk
-
tralievenster
-
gepoot aantal
-
sproeiers
-
interruptie
-
voormaals
-
inperken
-
kwiteren
-
neerwerpen
-
waardin
-
oenen
-
vijftien minuten
-
aanmelden