Nederlandse synoniemen voor pas
Ander woord voor pas?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als pas in het Nederlands.
pas de ~ (onlangs)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met pas
van pas
-
pasporteren
-
pasgeboren
-
radiokompas
-
passies
-
passagier
-
pas gekocht
-
danspas
-
looppas
-
passe-partout
-
pasgeboren dieren
-
gyrokompas
-
pastoraal
-
kompas
-
nog maar pas
-
passend bij
-
verlofpas
-
paslood
-
pasklaar
-
pasteuriseren
-
passie
-
pasje
-
bergpas
-
tolkompas
-
passen
Recent opgevraagde synoniemen in NL
gast
-
delegatie
-
hardloopwedstrijd
-
opporren
-
wars
-
trekkracht
-
op goed geluk
-
schakelknop
-
bloemenfestoen
-
versturen
-
schuivend verplaatsen
-
zorgzaam
-
verrotting
-
waan
-
verleidelijk
-
zuidwesterstorm
-
raadhuis
-
afvallig
-
aantasting
-
overeenkomstig
-
vergiet
-
pienterheid
-
wees geworden
-
sluisgelden
-
kanoën