Duitse synoniemen voor norwegisch
Ander woord voor norwegisch?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als norwegisch in het Duits.
norwegisch
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
norwegisch
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Verbrauch
-
Stecker
-
Hörer
-
hochnehmen
-
immatrikuliert
-
Die Klingel läuten
-
Zwischenräume
-
Augenaufschläge
-
per se
-
Gugelhupf
-
Sonderangebot
-
abschmeicheln
-
anwendbar
-
Preis
-
Ferienzuschlag
-
zumindest
-
Baggermaschine
-
Verfluchung
-
münden
-
ungültig
-
Ausgleich
-
Substitution
-
Streichholz
-
Öffnung
-
hauptamtlicher Gewerkschaftsfunktionär