Nederlandse synoniemen voor nor
Ander woord voor nor?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als nor in het Nederlands.
nor de ~ (strafgevangenis)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
strafgevangenis
de ~
bajes
de ~
bak
de ~
doos
de ~
gevangenis
de ~
lik
de ~
petoet
de ~
spinhuis
het ~
strafinrichting
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met nor
norm bepalen
-
donor
-
tenor
-
heldentenor
-
gesnor
-
geknor
-
nors
-
bloeddonor
-
norren
-
knor
-
normaalgesproken
-
normaal gesproken
-
normaliter
-
snor
-
normalisatie
-
norsheid
-
normaliseren
-
zaaddonor
-
normaal
-
hangsnor
-
normeren
-
norm
Recent opgevraagde synoniemen in NL
hybride
-
parcours
-
tafellakens
-
kousenband
-
spanner
-
berggeit
-
uitgedorste halmen van haver
-
gewetensprobleem
-
deukhoed
-
kazig
-
suizelen
-
bestraffen
-
zelfbeheersing
-
debiteuren
-
lokken
-
roeren
-
vererven
-
hort
-
kiften
-
neushoorn
-
adviseur
-
centrale poort
-
algemeen bekend
-
slechteriken
-
boulevardpers