Nederlandse synoniemen voor meervoud
Ander woord voor meervoud?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als meervoud in het Nederlands.
meervoud het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met meervoud
Recent opgevraagde synoniemen in NL
van uw kant
-
ermee gemoeid zijn
-
rompslomp
-
zeevaarder
-
lamsgebraad
-
inklaring
-
cricketer
-
glibberen
-
de hik hebben
-
specialisme
-
koubeitel
-
begeleiden
-
puzzel
-
garderobe
-
lethargisch
-
souffleur
-
dekmantel
-
mankheid
-
exportheffing
-
onvrijwillig
-
pisang
-
befaamd
-
tonnetje
-
textueel
-
omruil