Nederlandse synoniemen voor meervoud
Ander woord voor meervoud?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als meervoud in het Nederlands.
meervoud het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met meervoud
Recent opgevraagde synoniemen in NL
vergaderzalen
-
achternaam
-
regulier
-
kwakkel
-
Pakjesavond
-
langer
-
volwassene
-
luidspreker
-
krachttoer
-
collectivum
-
wederkerig
-
aankruisen
-
toxisch
-
quotum
-
openstellen
-
schuivend verplaatsen
-
waard
-
handleiding
-
uitputtendheid
-
toornig
-
met zijn allen
-
gekuist
-
liefste
-
nadeel toebrengen
-
slottorens