Nederlandse synoniemen voor makker
Ander woord voor makker?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als makker in het Nederlands.
makker de ~ (gabber)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
gabber
de ~
kameraad
de ~
kompaan
de ~
maat
de ~
maatje
het ~
pal
de ~
vriend
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met makker
Recent opgevraagde synoniemen in NL
hoorndol
-
huiveren
-
misschot
-
langdurigheid
-
lolletje
-
verrekenen
-
analyseerbaar
-
tegenvordering
-
leerachtig
-
regisseur
-
onder de knie hebben
-
opgevoed
-
intuïtief
-
lade
-
exposeren
-
tafelzilver
-
harington
-
foetus
-
recapituleren
-
welstaven
-
denktrant
-
debarkeren
-
stuurmannen
-
ontheemde
-
quaker