Nederlandse synoniemen voor leenwoord
Ander woord voor leenwoord?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als leenwoord in het Nederlands.
leenwoord het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
tramweg
-
collegium
-
agent
-
luchtvaart
-
must
-
doseren
-
uitdagend
-
onbeholpenheid
-
energie
-
beklemdheid
-
onbelangrijk iets
-
verkenners
-
recidive
-
onderbreken
-
afschilferen
-
dwepers
-
van adel
-
gooien
-
ontkoppelen
-
in de vorm van een hart
-
cursusprogramma
-
werkelijke
-
aantijgen
-
vrouwenaard
-
kerkban