Nederlandse synoniemen voor kortheidshalve
Ander woord voor kortheidshalve?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als kortheidshalve in het Nederlands.
kortheidshalve
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
decoderen
-
festival
-
onwennig
-
gemoedsrust
-
toostbrood
-
vijandschap
-
vezeldraad
-
stadbewoner
-
steekhoudend
-
houtblok
-
iemand vervangen
-
uitbetalingen bij schade
-
autogarages
-
omturnen
-
hengel
-
bekoord
-
scheepsdek
-
uitblazen
-
glaspapier
-
kierewiet
-
techniek
-
iemand die wasgoed strijkt
-
kleiner worden
-
stimulering
-
navolging