Duitse synoniemen voor Kneipenbesitzer
Ander woord voor Kneipenbesitzer?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Kneipenbesitzer in het Duits.
Kneipenbesitzer der ~ (Schankwirt)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Schankwirt
der ~
Cafébesitzer
der ~
Wirt
der ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Vestibül
-
Resultate
-
Saure Gurke
-
Klang der Stimme
-
nicht gefährdet
-
in kleinerem Umfang
-
Rolladen
-
Aufzeichnungen
-
einigen
-
Goldstandard
-
Putzfrau
-
Becken eines Flusses
-
Postwesen
-
Geste
-
mit Schuppen bedeckt sein
-
Porree
-
Zuerkennung
-
einklemmen
-
Brotsack
-
Wasserhahn
-
Geplauder
-
Fernsehzeitschrift
-
forttragen
-
Übermacht
-
Kadermitglied