Nederlandse synoniemen voor kleinschaligheid
Ander woord voor kleinschaligheid?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als kleinschaligheid in het Nederlands.
kleinschaligheid de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
doen mislukken
-
onverzadigd
-
snelle gang
-
tractie
-
smetteloosheid
-
zwembad
-
erebaan
-
druist in tegen
-
zijdeachtig
-
koorts hebbend
-
kogelpatronen
-
suikerziekte
-
doseren
-
huismeesters
-
vastgezet
-
hemelvreugde
-
volksonderricht
-
geƫigend
-
smetteloos
-
spa
-
regelmatig
-
sjofelheid
-
overheersen
-
ontzien
-
zenuwstelsel