Nederlandse synoniemen voor kleinschaliger
Ander woord voor kleinschaliger?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als kleinschaliger in het Nederlands.
kleinschaliger
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
stijlvol
-
inzegenen
-
jongste leerling
-
krachtig
-
lidmaat
-
steenpuist
-
bijwerken
-
getogen
-
enveloppen
-
lampzwart
-
stamhuis
-
trailers
-
klontje
-
steunzoekend
-
vlotheid
-
afvallen
-
handelsproduct
-
back
-
uitbeitelen
-
opwekkend middel
-
kapsel
-
duiten
-
bussen
-
opwerping
-
natuur