Nederlandse synoniemen voor interval
Ander woord voor interval?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als interval in het Nederlands.
interval het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
lichtgeraaktheid
-
geslachtsregisters
-
kantoortijden
-
na dit
-
aaneen plakken
-
motor
-
totaalbeeld
-
zich kwalificeren voor
-
laag liggend
-
leegstelen
-
tegemoetzien
-
oorspronkelijkheid
-
floppy disk
-
sindsdien
-
boog
-
rivier
-
nominatie
-
voortbestaan
-
hofkostuum
-
overlevering
-
verbroedering
-
vrijgezel
-
havenleiding
-
iemand die een fakkel draagt
-
treinboot