Nederlandse synoniemen voor immuniteit
Ander woord voor immuniteit?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als immuniteit in het Nederlands.
immuniteit de ~ (onvatbaarheid voor ziekte)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
immuniteit de ~ (onschendbaarheid)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
onschendbaarheid
de ~
onkwetsbaarheid
de ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
verstarren
-
ontwikkelingsstadium
-
gevangenbewaarder
-
knibbelarij
-
korte opleving
-
taciturn
-
lompheid
-
titel
-
strijker
-
activiteit naast het werk
-
flikker
-
chaotisch
-
opklapstoel
-
discountwinkels
-
hoofdverpleegster
-
cargadoren
-
in de rede vallen
-
herroepbaar
-
stiptheid
-
stroperij
-
kloppartij
-
geneugte
-
blocnote
-
klappervezel
-
precies