Nederlandse synoniemen voor ijshockey
Ander woord voor ijshockey?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als ijshockey in het Nederlands.
ijshockey het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
een boodschap uitdragen
-
tenminste houdbaar tot
-
omkleden
-
kleinhakken
-
kleinburgerlijk
-
reageren op
-
onbemiddeld
-
landbezitter
-
vervaardigen
-
verdrogen
-
technisch
-
legerafdeling
-
uitzingen
-
geavanceerde
-
voddenhandelaar
-
indemnisatie
-
flauwe grap
-
balspeler
-
settelen
-
ijscafé
-
duizendmaal
-
wegrennen
-
toverfee
-
terughouden
-
poesje