Nederlandse synoniemen voor hoofdtelwoord
Ander woord voor hoofdtelwoord?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als hoofdtelwoord in het Nederlands.
hoofdtelwoord het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
rondslingeren
-
agente
-
gehoorzamen
-
luchtdicht
-
zomeruitverkoop
-
hoofdrolspeler
-
inkorten
-
aflezen
-
schapenvacht
-
manen
-
geƫerd
-
gunstig afsteken
-
inkomen uit onderneming
-
perplex
-
schakel
-
droogleggen
-
glazen stolp
-
consult
-
gezindte
-
wanorde
-
aanzien
-
gepieker
-
naaiplombe
-
schemeren
-
taaleigen