Spaanse synoniemen voor hogar
Ander woord voor hogar?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als hogar in het Spaans.
hogar el ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
hogar el ~ (chimenea)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
chimenea
la ~
estufa
la ~
foco
el ~
foco del incendio
el ~
fogón
el ~
hogar el ~ (domicilio)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
domicilio
el ~
base
el ~
permanencia
la ~
residencia
la ~
vivienda
la ~
hogar el ~ (centro de acogida)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
centro de acogida
el ~
asilo
el ~
hospicio
el ~
perrera
la ~
recogedero
el ~
refugio
el ~
Spaanse woorden die beginnen of eindigen met hogar
hogar infantil
-
ahogar
-
tienda de artículos del hogar
-
paz del hogar
-
esclava del hogar
-
empleada del hogar
-
desahogar
-
hogar de uno
-
hogareño
-
en su hogar
-
jóven sin hogar
-
sin hogar
Recent opgevraagde synoniemen in ES
disgustos
-
zarandear
-
hijito
-
bramante
-
autocomplaciente
-
caserío
-
ensaladilla
-
corriente secundaria
-
tiempo feo
-
precio irrisorio
-
sin incluir
-
demorarse
-
centuplicar
-
tomar desprevenido
-
difusión
-
pequeña industria
-
claxon
-
disposición penal
-
doblado
-
paliducho
-
ir a galope
-
soportar
-
mofarse
-
descaro
-
cantidad plantada