Duitse synoniemen voor Häuschen
Ander woord voor Häuschen?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Häuschen in het Duits.
Häuschen das ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Häuschen das ~ (Landhaus)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Landhaus
das ~
Herrengut
das ~
Herrenhaus
das ~
Landhäuser
das ~
Rittergut
das ~
Duitse woorden die beginnen of eindigen met Häuschen
Wartehäuschen
-
Strandhäuschen
-
Wetterhäuschen
-
Arbeiterhäuschen
-
Gartenhäuschen
-
Schneckenhäuschen
-
Lusthäuschen
Recent opgevraagde synoniemen in DE
abtreibend
-
Beliebtheit
-
Mennige
-
herumwälzend
-
feinsinnig
-
entmutigt
-
fünfzehn Minuten
-
imposant
-
Schraubstock
-
anmutigen
-
Hauptamt
-
Bannfluch
-
Wegfliegen
-
lästernd
-
Klacks
-
raunen
-
eingehen
-
auseinanderfallen
-
unverschämt
-
wirksam
-
abfinden
-
Arbeitspause
-
Arglistigkeit
-
Gerissenheit
-
Heranreifen