Duitse synoniemen voor Halbwertzeit
Ander woord voor Halbwertzeit?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Halbwertzeit in het Duits.
Halbwertzeit die ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
kurios
-
anlehnen
-
gehörig
-
zuckerkrank
-
zusammenlegbar
-
schweißen
-
Feuerungsanlage
-
sich einwickeln
-
sich verknüpfen
-
zahm
-
Fassadenkletterer
-
Plagge
-
Dom
-
verwildert
-
unwiderlegbar
-
schlank werden
-
dermaßen
-
Melasse
-
Haperen
-
brav
-
Rentier
-
jüngster Lehrling
-
herumführen
-
belaufen
-
Makeup