Duitse synoniemen voor Gesamtheit
Ander woord voor Gesamtheit?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Gesamtheit in het Duits.
Gesamtheit die ~ (Gültigkeit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Gültigkeit
die ~
Allgemeinheit
die ~
Angewohnheit
die ~
Gepflogenheit
die ~
Gewohnheit
die ~
Sitte
die ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Zwiebel
-
Verbreiter
-
Solidarität
-
echoen
-
Nahverkehr
-
Haarspalterei
-
Zustelldienst
-
Fäserchen
-
Aufstand
-
destilliertes Alkoholgetränk
-
Geldbörse
-
Geldmangel
-
verteilbar
-
ohrenbetäubend
-
anschauen
-
Fischereigerät
-
Gurren
-
ungedeckt
-
Trockner
-
aufsehen
-
Verbrennen
-
Heuberg
-
Kardinalsmütze
-
abschäumen
-
Hofball