Nederlandse synoniemen voor fuga
Ander woord voor fuga?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als fuga in het Nederlands.
fuga de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
kwaad doen
-
pin
-
doormeppen
-
hels karwei
-
autochtoon
-
torenuil
-
morsers
-
lichaamspostuur
-
overmaken
-
boogstreng
-
voorhangen
-
gespiekt
-
doen in
-
ontnuchteren
-
teleurgesteld
-
herhalingscursus
-
communicatiestoornis
-
hoogdravend praten
-
jureren
-
onvriendelijkheid
-
houvast
-
justitieel
-
formaliteit
-
verbaasd aanzien
-
zeewegen