Nederlandse synoniemen voor ficus
Ander woord voor ficus?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als ficus in het Nederlands.
ficus de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met ficus
Recent opgevraagde synoniemen in NL
mislukkeling
-
attenderen
-
smart
-
verifiëren
-
gebiedster
-
periodiek
-
moedwillig
-
voorarm
-
week
-
aanklagen
-
welgezind
-
trouwring
-
nectar
-
afstandelijkheid
-
met sarcasme
-
doorsnijdingen
-
pijnappel
-
singlet
-
een cirkel tekenen om
-
sluimering
-
hijsblok
-
platmaken
-
schandaliseren
-
pakkerd
-
kwestie