Nederlandse synoniemen voor ebben

te doen hebben - doorzien hebben - afgedaan hebben - op het oog hebben - ten doel hebben - wegebben - dorst hebben - voorhebben - een avontuurtje hebben - niet kunnen hebben - niet hebben - onder controle hebben - een loopneus hebben - vasthebben - open hebben - het mis hebben - geslachtsgemeenschap hebben - invloed hebben - de overhand hebben - uithebben - medelijden hebben - angst hebben - plaatshebben - succes hebben - voorrang hebben

mechanisch - ontzien - stil zijn - slons - lector - dorpsgemeente - gronden - geldigheidsduur - losbandig - geleed - quitte spelen - apart - schalksheid - loper - redeneertrant - spektakel - wachtwoord - vangst - schuifknoop - oplettendheid - geldspecie - vastgegroeid - rusthuis - onbetwist - ontsmetten