Nederlandse synoniemen voor Duitsers
Ander woord voor Duitsers?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Duitsers in het Nederlands.
Duitsers de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
laten gaan
-
sering
-
schijnvertoning
-
niet makkelijk
-
schoonzonen
-
spotten
-
roffelen
-
uitgifte
-
golfstokken
-
sneeuwjacht
-
alvast neerzetten
-
handelsvertegenwoordiger
-
doortastend zijn
-
herdoop
-
vastpinnen
-
geschenk
-
transportkosten
-
peul
-
aftroeven
-
doorspreken
-
belegger
-
zesmaandelijks
-
indiscreet
-
aorta
-
meetlood