Duitse synoniemen voor Daheimgebliebenen
Ander woord voor Daheimgebliebenen?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Daheimgebliebenen in het Duits.
Daheimgebliebenen der ~ (Daheimgebliebene)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Daheimgebliebene
das ~
Daheimgebliebener
der ~
Stubenhocker
der ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Staublappen
-
anspruchsvoll
-
runterschlucken
-
Altweibermärchen
-
aufsprudeln
-
Theateraufführung
-
kolonisieren
-
Festung
-
unbewegt
-
Stummheit
-
Explosion
-
Schwingtüren
-
Dreckigkeit
-
abgehen
-
Eheschließung
-
Perlmutter
-
bürgerlich
-
Ausgangssperre
-
Windstöße
-
Briefwechsel
-
Trotzköpfe
-
ausgetreten
-
umknicken
-
voran
-
Kleinkunst