Nederlandse synoniemen voor cohort
Ander woord voor cohort?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als cohort in het Nederlands.
cohort de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
berucht
-
gedegenheid
-
onbetamelijk
-
aanwinst
-
tribunaal
-
bas
-
mathematica
-
schatkistpromesse
-
drugsverslaafden
-
aanwezig
-
tij
-
afgezien
-
voorbijtrekken
-
zijtak
-
acceptgirokaart
-
schoonheidsmiddelen
-
optillen
-
uiting geven aan
-
weerkunde
-
schelmerij
-
hartaandoening
-
trapezewerker
-
treurig
-
godslasteraar
-
houtkar