Nederlandse synoniemen voor bui
Ander woord voor bui?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als bui in het Nederlands.
bui de ~ (humeur)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
humeur
het ~
gemoedsgesteldheid
de ~
gemoedsstemming
de ~
gemoedstoestand
de ~
stemming
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met bui
buitenbeentje
-
buitenplaats
-
buitenspeler
-
buikwand
-
buizen
-
buitenkant
-
buigzaam
-
plensbui
-
buiten de lijnen
-
buikje
-
hagelbui
-
buitentemperatuur
-
buiten bescherming van de wet
-
buikloop
-
buitenland
-
buidelzakken
-
buigbaar
-
buitenlander
-
buitenkans
-
buiten gebruik raken
-
buitenlucht
-
buitenlands
-
buiten adem zijn
-
buitenwijken
-
buikgriep
Recent opgevraagde synoniemen in NL
ontwerper
-
bolkap
-
iets melden
-
kieperen
-
ballistische baan
-
glazen stolp
-
alleen blijven
-
torengebouw
-
toneelstuk
-
geslepen edelgesteenten
-
gastvrouw
-
inversie
-
slangengebroed
-
arbeidersklasse
-
interneren
-
telefoongesprek
-
slotrede
-
decorum
-
meehelpen
-
duren
-
boor
-
wandelweg
-
staatscourant
-
aanspraak
-
briesen van woede