Nederlandse synoniemen voor breedsprakigheid
Ander woord voor breedsprakigheid?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als breedsprakigheid in het Nederlands.
breedsprakigheid de ~ (breedvoerigheid)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
breedvoerigheid
de ~
omstandigheid
de ~
uitvoerigheid
de ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
zwempakken
-
kiezen
-
jureren
-
schors
-
trawl
-
gewaarworden
-
schoon
-
tevreden
-
aarzelen
-
gerechtsdienaar
-
keer
-
draaislot
-
zwemvogels
-
huwelijk
-
liftbediende
-
klappernoten
-
voeden
-
verkondiging
-
uitlegster
-
commentariƫren
-
dikker worden
-
samenstromingen
-
iemand opstoken
-
stijfhoofden
-
strafinrichting