Nederlandse synoniemen voor bouwer

Ander woord voor bouwer?

De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als bouwer in het Nederlands.

bouwer de ~ (bouwvakker)
[zelfstandig naamwoord]
bouwvakker de ~
bouwer de ~ (bouwondernemer)
[zelfstandig naamwoord]
aannemer de ~

Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met bouwer

Recent opgevraagde synoniemen in NL