Nederlandse synoniemen voor boom
Ander woord voor boom?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als boom in het Nederlands.
boom de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met boom
disselboom
-
boomkweker
-
boomtakken
-
tolboom
-
boomschors
-
laadboom
-
palmboom
-
kerseboom
-
sierboom
-
mammoetboom
-
vruchtboom
-
boomstam
-
moerbeiboom
-
rubberboom
-
greneboom
-
eikenboom
-
boomtak
-
boomzagen
-
slagboom
-
boomzaag
-
hazelnotenboom
-
vaarboom
-
sparrenboom
-
noteboom
-
hazelnoteboom
Recent opgevraagde synoniemen in NL
schranderheid
-
voorzichtig
-
stopsignaal
-
opkikkertje
-
zwammen
-
populatie
-
omdopen
-
grondlegger
-
stippel
-
smak
-
van diepte
-
debacle
-
dakspanten
-
lesrooster
-
erboven
-
afreis
-
haarlint
-
bullebak
-
roosteren
-
meedelen
-
verloting
-
afgeefster
-
communicatiemiddelen
-
getroffen
-
positief