Nederlandse synoniemen voor bik
Ander woord voor bik?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als bik in het Nederlands.
bik de ~ (steengruis)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
steengruis
het ~
gruis
het ~
macadam
de ~
metselspecie
de ~
mortel
de ~
puin
het ~
split
het ~
steenslag
het ~
bik de ~ (metselspecie)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
metselspecie
de ~
gruis
het ~
macadam
de ~
mortel
de ~
puin
het ~
specie
de ~
split
het ~
steengruis
het ~
steenslag
het ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met bik
Recent opgevraagde synoniemen in NL
ringeloren
-
tot nut
-
mankeren
-
glittertje
-
wegmaken
-
injecteerbaar
-
slee
-
schoolcijfer
-
los van elkaar
-
slechtheid
-
hof
-
levensavond
-
in de penarie
-
meubelmaker
-
inlas
-
kloekheid
-
snauwend
-
snijwondje
-
linguïst
-
waarzeggerij
-
houtverzamelaarster
-
leefgebied
-
iets onverwachts doen
-
grondindeling
-
transmigrant