Nederlandse synoniemen voor bezitster
Ander woord voor bezitster?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als bezitster in het Nederlands.
bezitster de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
activa
-
ontnuchteren
-
motie
-
onomwonden
-
pijnappel
-
vrijgezellenhuis
-
potkachel
-
diplomate
-
focus
-
avance
-
maaltijdgang
-
hoofdgerecht
-
heftig
-
keukenweegschaal
-
salpeterdamp
-
beƫindigen
-
alledaags mensen
-
klaarblijkelijk
-
meetellen
-
haken
-
bangmaken
-
schuurvel
-
trompetblazer
-
belastingdiensten
-
comprimeren