Duitse synoniemen voor Bautechniker
Ander woord voor Bautechniker?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Bautechniker in het Duits.
Bautechniker der ~ (Architekt)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Architekt
der ~
Architektin
die ~
Baukundige
der ~
Baumeister
der ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
rühmen
-
Mediane
-
heranlocken
-
Kunde
-
Marmelade
-
Käuflichkeit
-
Manko
-
Hauptrolle
-
ablehnen
-
vorwärtsgehen
-
Senke
-
Verfügungsrecht
-
gängig
-
separat
-
kommend
-
gestreßt
-
unschädlich
-
Mitinhaber
-
Anzug
-
Ehrfurcht bezeigen
-
halbwegs
-
Bereitwilligkeit
-
feinsinnig
-
geringschätzen
-
etwas durchdrücken