Duitse synoniemen voor Bauherr
Ander woord voor Bauherr?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Bauherr in het Duits.
Bauherr der ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Verblühen
-
vorbei
-
sich bedienen
-
aufmöbeln
-
Choreograph
-
stahlhart
-
ausbrennen
-
angekleidet sein
-
abbrennen
-
charakterisierend
-
leichtes Mädchen
-
leicht schmutzig werden
-
Gehörlosigkeit
-
Unheil
-
Lustlosigkeit
-
malen
-
Luftschutzkeller
-
Sauberkeit
-
mästen
-
Aushungerung
-
Brecher
-
letzter Augenblick
-
Nylonstrumpf
-
Verbandmull
-
schäkern