Nederlandse synoniemen voor basisbestanddeel
Ander woord voor basisbestanddeel?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als basisbestanddeel in het Nederlands.
basisbestanddeel het ~ (bestanddeel)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bestanddeel
het ~
component
de ~
deel
de ~
element
de ~
fractie
de ~
ingrediƫnt
het ~
onderdeel
het ~
stuk
het ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
beha
-
zuurpruimen
-
kriel
-
handgebaar
-
verspieden
-
scheepsvaartwet
-
echt
-
zich staande houden
-
kloten
-
rot
-
kloosterlingen
-
richel
-
roeispaan
-
afsnauwen
-
benaderbaar
-
creatie
-
barak
-
prevelen
-
totaal
-
liefdevol
-
een klap geven
-
glaasje
-
impertinentie
-
mondigheid
-
vloek