Nederlandse synoniemen voor bacterioloog
Ander woord voor bacterioloog?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als bacterioloog in het Nederlands.
bacterioloog de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
routineus
-
gribus
-
onbescheiden
-
met iets bestrijken
-
spalken
-
moeder
-
in tweeën houwen
-
opzegtermijn
-
iris
-
sterk prikkelen
-
mondstuk
-
parmant
-
zeer doen
-
zelfbewustheid
-
evenwichtsleer
-
bestelwagen
-
staatsbezit
-
blank
-
onverklaarbaarheid
-
bevalling
-
zelfverloochening
-
toeter
-
geen afstand doen van
-
kopergeld
-
afstompen