Nederlandse synoniemen voor babbelaars
Ander woord voor babbelaars?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als babbelaars in het Nederlands.
babbelaars de ~ (kletskousen)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
kletskousen
de ~
kletskoppen
de ~
kletsmajoors
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met babbelaars
Recent opgevraagde synoniemen in NL
toestemming verlenen
-
afzetten
-
theatraal
-
halthouden
-
knip
-
schaatsenrijdster
-
onverandelijk
-
intrigeren
-
loodswezen
-
verplegen
-
onvruchtbaarheid
-
instructie geven
-
weelde
-
wanhoop
-
hongergevoel
-
dolletjes
-
kijkgraag
-
overdoen
-
land
-
gebak
-
tweeverdienster
-
directieteam
-
gemanierdheid
-
resulteren
-
astronomie