Nederlandse synoniemen voor baan

Ander woord voor baan?

De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als baan in het Nederlands.

baan de ~ (werkkring)
[zelfstandig naamwoord]

werkkring de ~

werk het ~

werkplek de ~

baan de ~ (traject)
[zelfstandig naamwoord]

traject het ~

afstand de ~

baanvak het ~

etappe de ~

pad de ~

ronde de ~

route de ~

tournee de ~

weg de ~

baan de ~ (straatweg)
[zelfstandig naamwoord]

straatweg de ~

straat de ~

weg de ~

baan de ~ (spoorweg)
[zelfstandig naamwoord]

spoorweg de ~

rails de ~

spoor de ~

spoorbaan de ~

baan de ~ (rijbaan)
[zelfstandig naamwoord]

rijbaan de ~

gedeelte van de weg

rijstrook de ~

rijweg de ~

baan de ~ (parcours)
[zelfstandig naamwoord]

parcours de ~

baan de ~ (dienstbetrekking)
[zelfstandig naamwoord]

dienstbetrekking de ~

functie de ~

job de ~

positie de ~

tandradbaan - kogelbaan - kegelbaan - schaatsbaan - kolfbaan - kunstijsbaan - ballistische baan - Cubaan - achtbaan - modelspoorbaan - ringbaan - roeibaan - skibaan - zweefbaan - voorbaan - golfbaan - luizenbaan - wonderbaan - kabelspoorbaan - baansporten - roetsbaan - baanrecord - deeltijdbaan - erebaan - glijbaan

schandelijkheid - houw - uitgekiend - vakbondsbeweging - gladijs - roeterig - chauffeur - ijzer - wereldbeschouwing - bang - conversatie - heldhaftig - hakmes - wereldzee - grondig schoonmaken - kansloos - onverdraagzaam - zenit - druilen - blende - immer - eekhoorn - in de buurt - bepantseren - opeenvolgingen