Nederlandse synoniemen voor autonoom
Ander woord voor autonoom?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als autonoom in het Nederlands.
autonoom
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
structureren
-
tensie
-
pest
-
aanpassingsvermogen
-
straf
-
middelste
-
geul
-
hits
-
versdeel
-
unanimiteit
-
belang inboezemen
-
waardig
-
hom
-
wuft
-
terugwedstrijd
-
zwak worden
-
dumpen
-
accent
-
bindend
-
veelvoud van honderd
-
een dutje doen
-
pastoraat
-
bestempelen
-
straatschenderij
-
loopring